Ik zal jullie een nieuw hart en een nieuwe geest geven, Ik zal je versteende hart uit je lichaam halen en je er een levend hart voor in de plaats geven. Ik zal jullie Mijn geest geven en zorgen dat jullie volgens Mijn wetten leven en Mijn regels in acht nemen. Jullie zullen in het land wonen dat Ik aan je voorouders gegeven heb, jullie zullen Mijn volk zijn en Ik zal jullie God zijn. Ik zal jullie redden van alles wat je onrein maakt, Ik zal het koren bevelen overvloedig te groeien en nooit meer een hongersnood op jullie afsturen. De bomen zullen overvloedig vrucht dragen en de akkers zullen een rijke opbrengst geven; jullie zullen niet meer door andere volken worden bespot omdat jullie honger lijden. Jullie zullen je al je dwaalwegen en wandaden herinneren, en jullie zullen van jezelf walgen vanwege jullie gruwelijke zonden. Ik doe dit alles niet omwille van jullie – spreekt God, de HEER; laat dat tot je doordringen! Schaam je over je schandelijk gedrag, volk van Israël.

Dit zegt God, de HEER:

Op de dag dat Ik jullie van je zonden gereinigd heb, zal Ik in de steden weer mensen laten wonen en zullen de puinhopen weer worden opgebouwd. Het verwilderde land zal weer worden bewerkt – het land dat voor iedereen die erdoorheen trok een woestenij was. Ze zullen zeggen:

‘Dit land hier, dat een woestenij was, is nu als de tuin van Eden, en de steden die in puin lagen, die verlaten waren en verwoest, zijn weer versterkt en bewoond.’ Dan zullen de volken om je heen beseffen dat Ik de HEER ben. Ik zal weer opbouwen wat verwoest was en beplanten wat verwilderd was. Wat Ik, de HEER, gezegd heb, zal Ik doen.

Dit zegt God, de HEER:

Ook dit verlangen van het volk van Israël zal Ik in vervulling laten gaan:

Ik zal het volk zo talrijk maken als een kudde schapen; zo vol als Jeruzalem op hoogtijdagen is met heilige offerdieren, zo vol met mensen zullen de steden zijn die nu in puin liggen. En ze zullen beseffen dat Ik de HEER ben.”’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 40:1-12 De nieuwe tempel 1
Ezechiël 11:1-13 1
Ezechiël 7:1-13 Het einde komt 1
Ezechiël 27:20-36 2
Ezechiël 44:20-31 Toegang tot de tempel 3
Ezechiël 44:1-10 Toegang tot de tempel 1
Ezechiël 48:1-12 1
Ezechiël 43:21-27 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 15:1-8 Het hout van de wijnstok
Ezechiël 31:12-18 2
Ezechiël 20:37-44 Israël opstandig en ontrouw 4
Ezechiël 45:1-12 Verdeling van de grond 1
Ezechiël 33:1-11 Ieder mens naar zijn daden beoord...
Ezechiël 17:15-24 De adelaars en de wijnstok 2
Ezechiël 16:28-40 Jeruzalems ontrouw 3
Ezechiël 26:12-21 Profetie over Tyrus 2
Ezechiël 9:1-11 1
Ezechiël 20:1-12 Israël opstandig en ontrouw 1
Ezechiël 16:14-27 Jeruzalems ontrouw 2
Ezechiël 47:13-23 De grenzen van het land 2
Ezechiël 38:1-12 Gogs leger vernietigd 1
Ezechiël 16:52-63 Jeruzalems ontrouw 5
Ezechiël 13:14-23 2
Ezechiël 34:1-10 De slechte herders en de goede he...
Ezechiël 5:10-17 2
Ezechiël 16:1-13 Jeruzalems ontrouw 1
Ezechiël 23:31-44 Ohola en Oholiba 3
Ezechiël 11:14-25 2
Ezechiël 2:1-10
Ezechiël 38:13-23 Gogs leger vernietigd 2
Ezechiël 22:18-31 Oordeel over Jeruzalem 2
Ezechiël 23:1-16 Ohola en Oholiba 1
Ezechiël 46:1-11 1
Ezechiël 4:11-17 2
Ezechiël 12:20-28 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 12:1-10 Een teken voor het opstandige vol...
Ezechiël 14:1-11 1
Ezechiël 20:26-36 Israël opstandig en ontrouw 3
Ezechiël 27:1-19 1
Ezechiël 34:21-31 De slechte herders en de goede h...
Ezechiël 28:1-15 1
Ezechiël 21:17-28 Het goddelijk zwaard 2
Ezechiël 32:16-24 2
Ezechiël 32:1-15 1
Ezechiël 29:13-21 Profetie tegen Egypte 2
Ezechiël 37:15-28 Eén God, één volk, één herder 2
Ezechiël 17:1-14 De adelaars en de wijnstok 1
Ezechiël 29:1-12 Profetie tegen Egypte 1
Ezechiël 18:23-32 Wie rechtvaardig handelt, zal le...
Ezechiël 47:1-12 De rivier uit de tempel 1
Ezechiël 4:1-10 1
Ezechiël 36:13-25 2
Ezechiël 14:12-23 Het lot van Jeruzalem 2
Ezechiël 19:1-14 De leeuwin en de wijnstok
Ezechiël 43:12-20 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 22:1-17 Oordeel over Jeruzalem 1
Ezechiël 24:15-27 Een plotselinge slag 2
Ezechiël 20:13-25 Israël opstandig en ontrouw 2
Ezechiël 18:14-22 Wie rechtvaardig handelt, zal le...
Ezechiël 36:1-12 1
Ezechiël 23:17-30 Ohola en Oholiba 2
Ezechiël 10:13-22 2
Ezechiël 33:22-33 Ieder mens naar zijn daden beoor...
Ezechiël 13:1-13 1
Ezechiël 37:1-14 Een dal vol beenderen 1
Ezechiël 42:1-11 De ruimten voor de priesters 1
Ezechiël 31:1-11 1
Ezechiël 6:1-10 Israël getroffen door het zwaard 1
Ezechiël 21:1-16 Het goddelijk zwaard 1
Ezechiël 40:40-49 De nieuwe tempel 4
0Shares