Mensenkind, profeteer tegen de bergen van Israël, zeg:

“Bergen van Israël, luister naar de woorden van de HEER! Dit zegt God, de HEER:

Vol leedvermaak heeft de vijand geroepen:

‘Die oeroude bergen zijn nu van ons!’” Profeteer daarom het volgende:

“Dit zegt God, de HEER:

Toen jullie verwoest waren, aasden de volken om je heen op jullie. Jullie gingen over de tong en er werd over jullie gekletst. Luister daarom, bergen van Israël, naar de woorden van God, de HEER. Dit zegt God, de HEER, tegen de bergen en tegen de heuvels, tegen de rivierbeddingen en tegen de dalen, tegen de verwoeste puinhopen en tegen de verlaten steden, tegen alles wat is buitgemaakt en bespot door de volken om je heen! Dit zegt God, de HEER:

In het vuur van Mijn hartstocht klaag Ik Edom en al die andere volken aan. Hun hart was vol vreugde en hun ziel vol verachting toen ze Mijn land in bezit namen en er de weidegronden buitmaakten.” Daarom moet jij profeteren over het land van Israël. Zeg tegen de bergen en tegen de heuvels, tegen de rivierbeddingen en tegen de dalen:

“Dit zegt God, de HEER:

Ik spreek met hartstocht en woede! Jullie zijn vernederd door andere volken, en daarom – zegt God, de HEER – zweer Ik dat de volken om je heen zelf vernederd zullen worden. Maar, bergen van Israël, jullie bomen zullen weer uitlopen en vrucht dragen voor Mijn volk Israël, want dat zal spoedig terugkeren. Ik zal Mij naar jullie toewenden, en jullie zullen weer worden bewerkt en ingezaaid. Ik zal veel mensen op je laten wonen, heel het volk van Israël, en de steden zullen weer worden bewoond, de puinhopen weer worden opgebouwd. Er zullen veel mensen en dieren op je wonen, ze zullen talrijk en vruchtbaar zijn, en jullie zullen weer even dichtbevolkt zijn als in het verleden. Ik zal zorgen dat het jullie beter gaat dan vroeger, en jullie zullen beseffen dat Ik de HEER ben. Er zullen weer mensen over je paden gaan:

Mijn volk Israël zal jullie weer in bezit nemen, jullie worden voorgoed hun eigendom en jullie zullen hen nooit meer van hun kinderen beroven.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 38:1-12 Gogs leger vernietigd 1
Ezechiël 46:12-24 2
Ezechiël 30:1-14 1
Ezechiël 20:37-44 Israël opstandig en ontrouw 4
Ezechiël 11:14-25 2
Ezechiël 43:1-11 De verschijning van de HEER keert...
Ezechiël 21:17-28 Het goddelijk zwaard 2
Ezechiël 35:1-15 Profetie over het Seïrgebergte en...
Ezechiël 26:1-11 Profetie over Tyrus 1
Ezechiël 38:13-23 Gogs leger vernietigd 2
Ezechiël 21:29-37 Het goddelijk zwaard 3
Ezechiël 32:16-24 2
Ezechiël 40:27-39 De nieuwe tempel 3
Ezechiël 31:1-11 1
Ezechiël 32:1-15 1
Ezechiël 43:12-20 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 4:11-17 2
Ezechiël 36:26-38 3
Ezechiël 32:25-32 3
Ezechiël 14:1-11 1
Ezechiël 27:1-19 1
Ezechiël 20:1-12 Israël opstandig en ontrouw 1
Ezechiël 18:14-22 Wie rechtvaardig handelt, zal le...
Ezechiël 14:12-23 Het lot van Jeruzalem 2
Ezechiël 12:11-19 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 5:1-9 1
Ezechiël 26:12-21 Profetie over Tyrus 2
Ezechiël 40:13-26 De nieuwe tempel 2
Ezechiël 24:1-14 De kookpot 1
Ezechiël 13:14-23 2
Ezechiël 18:1-13 Wie rechtvaardig handelt, zal lev...
Ezechiël 29:1-12 Profetie tegen Egypte 1
Ezechiël 21:1-16 Het goddelijk zwaard 1
Ezechiël 8:12-18 Visioen in de tempel van Jeruzale...
Ezechiël 25:1-9 Profetie tegen de volken die Israë...
Ezechiël 27:20-36 2
Ezechiël 23:31-44 Ohola en Oholiba 3
Ezechiël 18:23-32 Wie rechtvaardig handelt, zal le...
Ezechiël 23:1-16 Ohola en Oholiba 1
Ezechiël 11:1-13 1
Ezechiël 10:1-12 1
Ezechiël 45:1-12 Verdeling van de grond 1
Ezechiël 16:28-40 Jeruzalems ontrouw 3
Ezechiël 9:1-11 1
Ezechiël 17:1-14 De adelaars en de wijnstok 1
Ezechiël 20:26-36 Israël opstandig en ontrouw 3
Ezechiël 44:11-19 Toegang tot de tempel 2
Ezechiël 16:52-63 Jeruzalems ontrouw 5
Ezechiël 29:13-21 Profetie tegen Egypte 2
Ezechiël 39:1-14 1
Ezechiël 15:1-8 Het hout van de wijnstok
Ezechiël 45:13-25 Verdeling van de grond 2
Ezechiël 48:23-35 3
Ezechiël 41:13-26 2
Ezechiël 34:21-31 De slechte herders en de goede h...
Ezechiël 10:13-22 2
Ezechiël 43:21-27 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 40:1-12 De nieuwe tempel 1
Ezechiël 13:1-13 1
Ezechiël 41:1-12 1
Ezechiël 3:1-17 1
Ezechiël 7:1-13 Het einde komt 1
Ezechiël 40:40-49 De nieuwe tempel 4
Ezechiël 12:1-10 Een teken voor het opstandige vol...
Ezechiël 37:1-14 Een dal vol beenderen 1
Ezechiël 47:13-23 De grenzen van het land 2
Ezechiël 31:12-18 2
Ezechiël 37:15-28 Eén God, één volk, één herder 2
Ezechiël 4:1-10 1
Ezechiël 23:17-30 Ohola en Oholiba 2
0Shares