Maar ook zegt God, de HEER:

Als die veertig jaar voorbij zijn, zal Ik de Egyptenaren weer samenbrengen vanuit de landen waarheen ze verdreven zijn. Ik zal hun lot ten goede keren en hen terugbrengen naar Patros, het land van hun oorsprong. Daar zullen ze een onbeduidend koninkrijk vormen. Het zal het minste van alle koninkrijken zijn en zich nooit meer boven de andere volken verheffen; Ik zal een klein volk van hen maken dat niet meer over andere volken heersen zal. Het volk van Israël zal niet langer vertrouwen in hen stellen, het zal niet opnieuw schuld op zich laden door zich op hen te verlaten – en ze zullen weten dat Ik God, de HEER, ben.”’

Op de eerste dag van de eerste maand in het zevenentwintigste jaar richtte de HEER zich tot mij:

‘Mensenkind, Nebukadnessar, de koning van Babylonië, heeft zijn leger afgebeuld in de strijd tegen Tyrus. De hoofden van zijn mannen zijn kaalgeschuurd en hun schouders zijn ontveld. Maar al die strijd tegen Tyrus heeft hem en zijn leger niets goeds gebracht.

Daarom – zegt God, de HEER:

Ik zal Nebukadnessar Egypte geven. Hij zal de bevolking wegvoeren, hij zal buit behalen en het land plunderen; zo zal zijn leger worden beloond. Als loon voor zijn moeite zal Ik hem Egypte geven, als beloning voor wat hij en zijn leger voor Mij gedaan hebben – zo spreekt God, de HEER. Op die dag zal Ik Israël nieuwe kracht geven, en jij zult weer met de Israëlieten kunnen spreken. Dan zullen zij beseffen dat Ik de HEER ben.’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 29:1-12 Profetie tegen Egypte 1
Ezechiël 34:1-10 De slechte herders en de goede he...
Ezechiël 24:1-14 De kookpot 1
Ezechiël 34:21-31 De slechte herders en de goede h...
Ezechiël 7:14-27 Het einde komt 2
Ezechiël 19:1-14 De leeuwin en de wijnstok
Ezechiël 21:29-37 Het goddelijk zwaard 3
Ezechiël 33:12-21 Ieder mens naar zijn daden beoor...
Ezechiël 6:11-14 Israël getroffen door het zwaard ...
Ezechiël 13:14-23 2
Ezechiël 6:1-10 Israël getroffen door het zwaard 1
Ezechiël 42:12-20 De ruimten voor de priesters 2
Ezechiël 47:1-12 De rivier uit de tempel 1
Ezechiël 12:20-28 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 39:1-14 1
Ezechiël 4:11-17 2
Ezechiël 37:15-28 Eén God, één volk, één herder 2
Ezechiël 32:25-32 3
Ezechiël 18:14-22 Wie rechtvaardig handelt, zal le...
Ezechiël 44:20-31 Toegang tot de tempel 3
Ezechiël 35:1-15 Profetie over het Seïrgebergte en...
Ezechiël 12:1-10 Een teken voor het opstandige vol...
Ezechiël 36:26-38 3
Ezechiël 11:1-13 1
Ezechiël 45:13-25 Verdeling van de grond 2
Ezechiël 18:1-13 Wie rechtvaardig handelt, zal lev...
Ezechiël 20:13-25 Israël opstandig en ontrouw 2
Ezechiël 16:1-13 Jeruzalems ontrouw 1
Ezechiël 12:11-19 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 37:1-14 Een dal vol beenderen 1
Ezechiël 14:1-11 1
Ezechiël 41:1-12 1
Ezechiël 3:1-17 1
Ezechiël 23:31-44 Ohola en Oholiba 3
Ezechiël 40:40-49 De nieuwe tempel 4
Ezechiël 21:17-28 Het goddelijk zwaard 2
Ezechiël 5:10-17 2
Ezechiël 20:26-36 Israël opstandig en ontrouw 3
Ezechiël 46:12-24 2
Ezechiël 27:20-36 2
Ezechiël 16:14-27 Jeruzalems ontrouw 2
Ezechiël 44:1-10 Toegang tot de tempel 1
Ezechiël 11:14-25 2
Ezechiël 39:15-29 2
Ezechiël 33:22-33 Ieder mens naar zijn daden beoor...
Ezechiël 43:12-20 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 31:1-11 1
Ezechiël 40:27-39 De nieuwe tempel 3
Ezechiël 42:1-11 De ruimten voor de priesters 1
Ezechiël 1:1-14 Ezechiël geroepen 1
Ezechiël 20:1-12 Israël opstandig en ontrouw 1
Ezechiël 2:1-10
Ezechiël 15:1-8 Het hout van de wijnstok
Ezechiël 13:1-13 1
Ezechiël 25:1-9 Profetie tegen de volken die Israë...
Ezechiël 30:15-26 2
Ezechiël 38:1-12 Gogs leger vernietigd 1
Ezechiël 28:1-15 1
Ezechiël 23:17-30 Ohola en Oholiba 2
Ezechiël 10:1-12 1
Ezechiël 22:1-17 Oordeel over Jeruzalem 1
Ezechiël 17:1-14 De adelaars en de wijnstok 1
Ezechiël 21:1-16 Het goddelijk zwaard 1
Ezechiël 46:1-11 1
Ezechiël 16:52-63 Jeruzalems ontrouw 5
Ezechiël 10:13-22 2
Ezechiël 43:21-27 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 33:1-11 Ieder mens naar zijn daden beoord...
Ezechiël 9:1-11 1
Ezechiël 36:13-25 2
0Shares