Saul was dertig jaar oud toen hij koning werd. Twee jaar was hij koning van Israël.

Saul had drieduizend Israëlieten uitgekozen. Tweeduizend waren met hem gelegerd bij Michmas en het gebergte van Betel; duizend lagen er met Jonatan bij Gibea in Benjamin. De rest van het volk werd teruggestuurd naar huis. Jonatan versloeg de Filistijnse wachtpost in Gibea, en dat kwam de Filistijnen ter ore. Saul liet in heel het land de ramshoorn blazen en rondzeggen:

‘Hebreeën, luister:

Israël heeft de Filistijnen vernederd doordat Saul een van hun wachtposten verslagen heeft!’ Het volk werd opgeroepen om zich in Gilgal bij Saul aan te sluiten. De Filistijnen verzamelden hun troepen om tegen Israël ten strijde te trekken. Met drieduizend strijdwagens en zesduizend paarden, en voetvolk zo talrijk als zandkorrels aan de zee trokken ze op en legerden zich bij Michmas, ten oosten van Bet-Awen. Het leger van de Israëlieten werd teruggedreven en de soldaten zagen dat ze in het nauw kwamen. Daarom verscholen de mannen zich in grotten, spelonken en rotsholen, in grafkamers en waterputten. Ook waren er Hebreeën die de Jordaan overstaken naar Gad en Gilead. Ondertussen bevond Saul zich nog steeds in Gilgal en de manschappen daar wachtten in angst en beven op wat er komen zou. Hij wachtte daar zeven dagen op Samuël, zoals de afspraak was, maar toen Samuël niet kwam opdagen, begonnen zijn soldaten hem in de steek te laten. Toen beval Saul:

‘Breng mij de offerdieren.’ Hij droeg zelf het brandoffer op, en hij was nauwelijks klaar, of daar kwam Samuël aan. Saul ging hem tegemoet om hem te begroeten, maar Samuël zei:

‘Wat hebt u gedaan?’ Saul antwoordde:

‘Wat moest ik doen? Ik merkte dat mijn soldaten me in de steek begonnen te laten en u kwam niet op de afgesproken tijd. De Filistijnen liggen al bij Michmas en ik dacht bij mezelf:

Nu zullen de Filistijnen me hier in Gilgal aanvallen zonder dat ik de HEER mild heb gestemd. Toen heb ik het erop gewaagd en zelf het brandoffer opgedragen.’

Loading

Lees ook deze Berichten:

1 Samuel 25:2-13 David, Nabal en Abigaïl 1
1 Samuel 14:36-46 Sauls eed 2
1 Samuel 18:21-30 David aan het hof 2
1 Samuel 10:1-8 Saul door Samuel tot koning gezalf...
1 Samuel 17:16-27 David verslaat Goliat 2
1 Samuel 14:24-35 Sauls eed 1
1 Samuel 21:2-8 David ontkomt met behulp van Achim...
1 Samuel 13:13-15 Saul verspeelt de gunst van Samu...
1 Samuel 23:25-28 David in de woestijn van Juda 2
1 Samuel 25:14-25 David, Nabal en Abigaïl 2
1 Samuel 2:12-21 Het wangedrag van de zonen van El...
1 Samuel 26:13-19 David spaart Sauls leven op de C...
1 Samuel 15:24-35 Saul verspeelt de gunst van God ...
1 Samuel 30:13-20 David verslaat de Amalekieten 2
1 Samuel 2:27-36 Profetie tegen Eli en zijn nakome...
1 Samuel 23:1-13 David bevrijdt Keïla
1 Samuel 17:1-15 David verslaat Goliat 1
1 Samuel 28:15-25 Saul bezoekt een geestenbezweers...
1 Samuel 25:1 Samuels dood
1 Samuel 11:1-13 Saul komt Jabes te hulp
1 Samuel 18:6-20 David aan het hof 1
1 Samuel 20:35-42-21:1 Jonatans verbond met David ...
1 Samuel 28:1-2 David bij koning Achis 2
1 Samuel 9:1-10 Saul door Samuel tot koning gezalf...
1 Samuel 7:2-6 Samuel spreekt het volk toe 1
1 Samuel 19:1-12 Davids vlucht 1
1 Samuel 3:1-14 Samuel geroepen 1
1 Samuel 22:17-23 Saul wreekt zich op de priesters...
1 Samuel 5:1-12 Omzwervingen van de ark 1
1 Samuel 26:1-12 David spaart Sauls leven op de Ch...
1 Samuel 21:9-16 David ontkomt met behulp van Achi...
1 Samuel 3:15-21-4:1 Samuel geroepen 2
1 Samuel 30:21-31 David verslaat de Amalekieten 3
1 Samuel 4:12-22 De ondergang van Eli en zijn nako...
1 Samuel 16:1-13 David door Samuel gezalfd
1 Samuel 29:5-11 David door de Filistijnen gewantr...
1 Samuel 30:1-12 David verslaat de Amalekieten 1
1 Samuel 2:22-26 Het wangedrag van de zonen van El...
1 Samuel 7:7-17 Samuel spreekt het volk toe 2
1 Samuel 8:10-22 Israël vraagt een koning 2
1 Samuel 31:1-13 Sauls dood
1 Samuel 12:18-25 Samuel spreekt het volk voor het...
1 Samuel 13:16-23 Jonatans heldendaad 1
1 Samuel 25:26-35 David, Nabal en Abigaïl 3
1 Samuel 17:41-54 David verslaat Goliat 4
1 Samuel 20:1-11 Jonatans verbond met David 1
1 Samuel 24:1-12 David spaart Sauls leven bij Enge...
1 Samuel 26:20-25 David spaart Sauls leven op de C...
1 Samuel 10:17-27 Saul door Israël tot koning uitg...
1 Samuel 27:1-12 David bij koning Achis 1
1 Samuel 28:3-14 Saul bezoekt een geestenbezweerst...
1 Samuel 25:36-44 David, Nabal en Abigaïl 4
1 Samuel 6:1-12 Omzwervingen van de ark 2
1 Samuel 16:14-23 David verdrijft de kwade geest v...
1 Samuel 19:13-24 Davids vlucht 2
1 Samuel 2:1-11 De gelofte van Hanna en de geboort...
1 Samuel 14:14-23 Jonatans heldendaad 3
1 Samuel 9:23-27 Saul door Samuel tot koning gezal...
1 Samuel 17:55-58-18:1-5 David verslaat Goliat 5
1 Samuel 15:13-23 Saul verspeelt de gunst van God ...
1 Samuel 20:24-34 Jonatans verbond met David 3
1 Samuel 24:13-23 David spaart Sauls leven bij Eng...
1 Samuel 8:1-9 Israël vraagt een koning 1
1 Samuel 1:16-28 De gelofte van Hanna en de geboor...
1 Samuel 22:1-5 David ontkomt met behulp van Achim...
1 Samuel 4:2-11 De ondergang van Eli en zijn nakom...
1 Samuel 23:14-24 David in de woestijn van Juda 1
1 Samuel 9:11-22 Saul door Samuel tot koning gezal...
1 Samuel 10:9-16 Saul door Samuel tot koning gezal...
1 Samuel 15:1-12 Saul verspeelt de gunst van God 1
0Shares