Daarom moet iemand die in klanktaal spreekt bidden om de gave die te kunnen uitleggen. Wanneer ik namelijk in klanktaal bid, bid ik weliswaar met mijn geest, maar doe ik niets nuttigs met mijn verstand. Dus wat moet ik doen? Ik moet bidden met mijn geest, maar ook met mijn verstand; ik moet zingen met mijn geest, maar ook met mijn verstand. Als u God alleen maar dankzegt met uw geest, hoe zou dan iemand die net als een buitenstaander uw klanktaal niet verstaat, uw woorden met ‘amen’ kunnen bevestigen? Hij begrijpt niet wat u zegt. Het is natuurlijk goed dat u God dankzegt, maar op die manier is een ander er niet bij gebaat. Ik dank God dat ik meer dan u allen de gave heb in klanktaal te spreken; maar om in de gemeente anderen te onderwijzen, gebruik ik liever een paar begrijpelijke woorden dan ontelbaar veel in klanktaal.

Broeders en zusters, wees in uw denken niet als kinderen. Wees kinderen in het kwaad, maar wees in uw denken volwassen. Er staat in de wet:

‘Ik zal tot dit volk spreken door mensen die vreemde talen spreken, door de mond van vreemdelingen, en zelfs dan zullen ze niet naar Mij luisteren – zegt de Heer.’ Klanktaal is dus een teken dat niet bestemd is voor gelovigen maar voor ongelovigen, en profeteren is niet voor ongelovigen maar voor gelovigen. Wanneer namelijk de hele gemeente samenkomt en iedereen zich in klanktaal uit, zullen ongelovige buitenstaanders die de samenkomst bezoeken dan niet zeggen dat u krankzinnig bent? Maar profeteert iedereen, dan zal een ongelovige buitenstaander door iedereen worden beoordeeld en terechtgewezen. Alles wat hem heimelijk beweegt zal aan het licht komen en dan zal hij zich ter aarde werpen, God aanbidden en belijden:

‘Werkelijk, God is in uw midden.’

Loading

Lees ook deze Berichten:

1 Korintiërs 11:2-16 De hoofdbedekking van de vrou...
1 Korintiërs 16:13-24 Reisplannen en groeten 2
1 Korintiërs 3:10-23 Het apostelschap en de gemeen...
1 Korintiërs 6:1-11 Misstanden in de gemeente 2
1 Korintiërs 6:12-20 Misstanden in de gemeente 3
1 Korintiërs 3:1-9 Het apostelschap en de gemeente...
1 Korintiërs 15:35-49 De opstanding van de doden 3
1 Korintiërs 7:17-28 De gehuwde en de ongehuwde st...
1 Korintiërs 1:1-9 De eerste brief aan de Korintië...
1 Korintiërs 2:1-16 De ware wijsheid 2
1 Korintiërs 13:1-13 De liefde
1 Korintiërs 4:14-21 Het apostelschap en de gemeen...
1 Korintiërs 15:20-34 De opstanding van de doden 2
1 Korintiërs 10:14-22 Israël als voorbeeld 2
1 Korintiërs 9:15-27 De vrijheid van de apostelen ...
1 Korintiërs 12:1-17 Vele gaven, één Geest 1
1 Korintiërs 11:17-34 De viering van de maaltijd v...
1 Korintiërs 9:1-14 De vrijheid van de apostelen 1
1 Korintiërs 14:26-40 Profetie en klanktaal 3
1 Korintiërs 1:10-17 Verdeeldheid in de gemeente
1 Korintiërs 7:1-16 De gehuwde en de ongehuwde sta...
1 Korintiërs 15:1-19 De opstanding van de doden 1
1 Korintiërs 14:1-12 Profetie en klanktaal 1
1 Korintiërs 7:29-40 De gehuwde en de ongehuwde st...
1 Korintiërs 8:1-13 Heidens offervlees
1 Korintiërs 10:1-13 Israël als voorbeeld 1
1 Korintiërs 1:18-31 De ware wijsheid 1
1 Korintiërs 5:1-13 Misstanden in de gemeente 1
1 Korintiërs 10:23-33-11:1 Het juiste gebruik van ...
1 Korintiërs 4:1-13 Het apostelschap en de gemeent...
1 Korintiërs 15:50-58 De opstanding van de doden 4
1 Korintiërs 12:18-31 Vele gaven, één Geest 2
1 Korintiërs 16:1-12 Reisplannen en groeten 1
0Shares