Weer anderen zijn als het zaad dat tussen de distels is gezaaid:

ze hebben het woord wel gehoord, maar de zorgen om het dagelijks bestaan en de verleiding van de rijkdom en hun verlangens naar allerlei andere dingen komen ertussen en verstikken het woord, zodat het zonder vrucht blijft. Maar er zijn ook mensen die zijn als het zaad dat op goede grond is gezaaid:

zij horen het woord en aanvaarden het en dragen vrucht, sommigen dertigvoudig, anderen zestigvoudig en weer anderen honderdvoudig.’

Tegen de menigte zei Hij:

‘Je steekt toch geen lamp aan om hem onder de korenmaat te laten uitdoven of onder een bed weg te bergen? Nee, je zet hem op een standaard. Alles wat verborgen is, moet openbaar worden gemaakt, en alles wat in het geheim is ontstaan, moet aan het licht komen. Wie oren heeft om te horen, moet goed luisteren!’

Hij zei ook tegen hen:

‘Let goed op wat je hoort:

met de maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden, en er zal je zelfs meer worden toebedeeld. Want wie heeft zal nog meer krijgen; maar wie niets heeft zal zelfs het laatste worden ontnomen.’

En Hij zei:

‘Het is met het koninkrijk van God als met een mens die zaad uitstrooit op de aarde:

hij slaapt en staat weer op, dag in dag uit, terwijl het zaad ontkiemt en opschiet, ook al weet hij niet hoe. De aarde brengt uit zichzelf vrucht voort, eerst de halm, dan de aar, en dan het rijpe graan in de aar. Maar zo gauw het graan het toelaat, slaat hij er de sikkel in, omdat het tijd is voor de oogst.’

En Hij zei:

‘Waarmee kunnen we het koninkrijk van God vergelijken en door welke gelijkenis kunnen we het voorstellen? Het is als een zaadje van de mosterdplant, het kleinste van alle zaden op aarde wanneer het gezaaid wordt. Maar als het na het zaaien opschiet, wordt het het grootste van alle planten en krijgt het grote takken, zodat de vogels van de hemel in zijn schaduw kunnen nestelen.’

Met zulke en andere gelijkenissen maakte Hij hun het goede nieuws bekend, voorzover ze het konden begrijpen; Hij sprak alleen in gelijkenissen tegen hen, maar wanneer Hij alleen was met Zijn leerlingen, verklaarde Hij hun alles.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Marcus 14:22-31 Het pesachmaal 2
Marcus 5:35-43-6:1-6 Vijf confrontaties: geloof en...
Marcus 1:16-20 Simon, Andreas, Jakobus en Johannes...
Marcus 13:14-23 De komst van de Mensenzoon 2
Marcus 9:14-24 Geloof en ongeloof 1
Marcus 5:21-34 Vijf confrontaties: geloof en ongel...
Marcus 1:35-45 Een nieuwe leer met gezag 2
Marcus 13:24-37 De komst van de Mensenzoon 3
Marcus 9:42-50 Onderricht aan de leerlingen 2
Marcus 5:13-20 Vijf confrontaties: geloof en ongel...
Marcus 15:33-39 Kruisiging 2
Marcus 9:25-29 Geloof en ongeloof 2
Marcus 8:22-26 Genezing van een blinde
Marcus 16:1-8 Het lege graf
Marcus 14:63-72 Jezus verhoord en verloochend 2
Marcus 9:2-13 Een stem uit de hemel
Marcus 14:32-42 Nachtwake en arrestatie 1
Marcus 13:1-13 De komst van de Mensenzoon 1
Marcus 14:1-11 Jezus met kostbare olie gebalsemd
Marcus 11:12-25 De vijgenboom en de tempel
Marcus 12:13-27 Confrontatie met Farizeeën, Herodi...
Marcus 10:32-45 Op weg naar Jeruzalem 1
Marcus 7:14-23 Rein en onrein 2
Marcus 6:14-21 De dood van Johannes 1
Marcus 6:30-44 Het teken van de broden
Marcus 12:1-12 Confrontatie met hogepriesters, sch...
Marcus 2:23-28-3:1-6 Jezus' gezag betwist 3
Marcus 12:28-34 Confrontatie met Farizeeën, Herodi...
Marcus 2:1-12 Jezus' gezag betwist 1
Marcus 10:23-31 Binnengaan in het koninkrijk van G...
Marcus 7:1-13 Rein en onrein 1
Marcus 16:9-20 Na de opstanding
Marcus 12:35-44 Onderricht in de tempel
Marcus 14:53-62 Jezus verhoord en verloochend 1
Marcus 6:22-29 De dood van Johannes 2
Marcus 1:21-34 Een nieuwe leer met gezag 1
Marcus 2:13-22 Jezus' gezag betwist 2
Marcus 15:16-32 Kruisiging 1
Marcus 3:20-35 Jezus, de schriftgeleerden en Zijn ...
Marcus 8:1-13 Het tweede teken van de broden 1
Marcus 6:7-13 Uitzending van de twaalf leerlingen
Marcus 15:1-15 Jezus voor Pilatus
Marcus 8:27-33 Wie is Jezus? 1
Marcus 11:27-33 Confrontatie met hogepriesters, sc...
Marcus 4:1-17 Gelijkenissen over het koninkrijk va...
Marcus 11:1-11 Intocht in Jeruzalem
Marcus 10:13-22 Binnengaan in het koninkrijk van G...
Marcus 10:1-12 Twistgesprek met Farizeeën
Marcus 6:45-56 Naar de overkant van het meer
Marcus 7:24-37 Naar Tyrus, Sidon en Dekapolis
Marcus 14:12-21 Het pesachmaal 1
Marcus 8:14-21 Het tweede teken van de broden 2
Marcus 1:1-15 Het evangelie volgens Marcus
Marcus 3:7-19 Jezus, de menigte en Zijn leerlingen
Marcus 10:46-52 Op weg naar Jeruzalem 2
Marcus 4:35-41-5:1-12 Vijf confrontaties: geloof e...
Marcus 8:34-38-9:1 Wie is Jezus? 2
Marcus 14:43-52 Nachtwake en arrestatie 2
Marcus 9:30-41 Onderricht aan de leerlingen 1
Marcus 15:40-47 Graflegging
0Shares