In het zevende jaar, op de tiende dag van de vijfde maand, kwam een aantal van de oudsten uit Israël bij mij om de HEER te raadplegen. Toen ze tegenover mij hadden plaatsgenomen, richtte de HEER zich tot mij:

‘Mensenkind, zeg tegen de oudsten van Israël:

“Dit zegt God, de HEER:

Komen jullie Mij raadplegen? Zo waar Ik leef:

Ik zal me beslist niet door jullie laten raadplegen! – spreekt God, de HEER.” Oordeel over hen, mensenkind! Laat hen beseffen welke gruweldaden hun voorouders hebben begaan. Zeg tegen de oudsten:

“Dit zegt God, de HEER:

Op de dag dat Ik Israël uitkoos, heb Ik de nakomelingen van Jakob een plechtige eed gezworen en maakte Ik Mij in Egypte aan hen bekend met deze woorden:

‘Ik ben de HEER, jullie God.’ Op die dag zwoer Ik hun dat Ik hen uit Egypte weg zou leiden naar het land dat Ik voor hen had uitgezocht, een land dat overvloeit van melk en honing, de parel onder de landen van de wereld. Ik zei tegen hen:

‘Ontdoe je van de afschuwelijke goden die jullie aanbidden, en verontreinig je niet langer met de afgoden van Egypte. Ik, de HEER, ben jullie God.’

Maar zij waren opstandig en wilden niet naar Mij luisteren, ze ontdeden zich niet van de afschuwelijke goden die ze aanbaden, ze verlieten de afgoden van Egypte niet. Dus wilde Ik Mijn toorn over hen uitstorten, daar in Egypte, en Mijn woede op hen koelen. Maar om Mijn naam niet te ontwijden in de ogen van de volken waartussen ze leefden, leidde Ik hen weg uit Egypte en maakte Mij zo aan die volken bekend. Ik leidde de Israëlieten weg uit Egypte en bracht hen naar de woestijn. Daar gaf Ik hun Mijn wetten, daar maakte Ik hun Mijn regels bekend, die leven brengen aan iedereen die zich eraan houdt. Verder gaf Ik hun de sabbat als het teken waaraan te zien is dat Ik, de HEER, van hen Mijn heilig volk heb gemaakt.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 18:1-13 Wie rechtvaardig handelt, zal lev...
Ezechiël 8:1-11 Visioen in de tempel van Jeruzalem...
Ezechiël 1:1-14 Ezechiël geroepen 1
Ezechiël 33:1-11 Ieder mens naar zijn daden beoord...
Ezechiël 43:1-11 De verschijning van de HEER keert...
Ezechiël 42:1-11 De ruimten voor de priesters 1
Ezechiël 11:1-13 1
Ezechiël 16:14-27 Jeruzalems ontrouw 2
Ezechiël 32:16-24 2
Ezechiël 17:15-24 De adelaars en de wijnstok 2
Ezechiël 39:15-29 2
Ezechiël 36:13-25 2
Ezechiël 33:12-21 Ieder mens naar zijn daden beoor...
Ezechiël 45:1-12 Verdeling van de grond 1
Ezechiël 17:1-14 De adelaars en de wijnstok 1
Ezechiël 12:20-28 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 37:15-28 Eén God, één volk, één herder 2
Ezechiël 38:1-12 Gogs leger vernietigd 1
Ezechiël 34:11-20 De slechte herders en de goede h...
Ezechiël 15:1-8 Het hout van de wijnstok
Ezechiël 32:25-32 3
Ezechiël 6:1-10 Israël getroffen door het zwaard 1
Ezechiël 4:1-10 1
Ezechiël 16:41-51 Jeruzalems ontrouw 4
Ezechiël 36:26-38 3
Ezechiël 28:16-26 2
Ezechiël 5:10-17 2
Ezechiël 41:1-12 1
Ezechiël 31:12-18 2
Ezechiël 27:20-36 2
Ezechiël 44:20-31 Toegang tot de tempel 3
Ezechiël 27:1-19 1
Ezechiël 14:1-11 1
Ezechiël 23:17-30 Ohola en Oholiba 2
Ezechiël 20:37-44 Israël opstandig en ontrouw 4
Ezechiël 32:1-15 1
Ezechiël 34:21-31 De slechte herders en de goede h...
Ezechiël 16:28-40 Jeruzalems ontrouw 3
Ezechiël 23:45-49 Ohola en Oholiba 4
Ezechiël 30:1-14 1
Ezechiël 36:1-12 1
Ezechiël 6:11-14 Israël getroffen door het zwaard ...
Ezechiël 47:13-23 De grenzen van het land 2
Ezechiël 38:13-23 Gogs leger vernietigd 2
Ezechiël 20:13-25 Israël opstandig en ontrouw 2
Ezechiël 23:31-44 Ohola en Oholiba 3
Ezechiël 25:10-17 Profetie tegen de volken die Isr...
Ezechiël 13:14-23 2
Ezechiël 44:11-19 Toegang tot de tempel 2
Ezechiël 22:1-17 Oordeel over Jeruzalem 1
Ezechiël 28:1-15 1
Ezechiël 29:13-21 Profetie tegen Egypte 2
Ezechiël 7:14-27 Het einde komt 2
Ezechiël 2:1-10
Ezechiël 21:29-37 Het goddelijk zwaard 3
Ezechiël 10:13-22 2
Ezechiël 20:26-36 Israël opstandig en ontrouw 3
Ezechiël 24:15-27 Een plotselinge slag 2
Ezechiël 46:1-11 1
Ezechiël 5:1-9 1
Ezechiël 24:1-14 De kookpot 1
Ezechiël 22:18-31 Oordeel over Jeruzalem 2
Ezechiël 12:11-19 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 3:18-27 2
Ezechiël 43:12-20 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 1:15-28 Ezechiël geroepen 2
Ezechiël 39:1-14 1
Ezechiël 34:1-10 De slechte herders en de goede he...
Ezechiël 4:11-17 2
Ezechiël 40:40-49 De nieuwe tempel 4
0Shares