Je pracht en praal, en de klank van je harpen, ze worden dit dodenrijk binnengebracht. Wormen zijn je bed, maden je deken.” 

O morgenster, zoon van de dageraad, hoe diep ben je uit de hemel gevallen. Overwinnaar van alle volken, hoe smadelijk lig je daar geveld.  Je zei bij jezelf:

Ik stijg op naar de hemel, boven Gods sterren plaats ik mijn troon. Ik zetel op de toppen van de Safon, de berg waar de goden bijeenkomen.  Ik stijg op tot boven de wolken, ik evenaar de Allerhoogste. Nee! Je daalt af in het dodenrijk, in de allerdiepste put. 

Ze zien je, ze kijken naar je en kijken nog eens goed naar je:

“Is dit de man die de aarde deed beven en koninkrijken deed sidderen?  Die het land tot verval bracht en steden verwoestte? Die zijn gevangenen nooit liet gaan?”  Andere koningen worden eervol begraven, ieder in een eigen praalgraf.  Maar jij bent, ver van je graf, weggegooid als een afgekeurde twijg; je ligt bedolven onder de lijken van hen die door het zwaard zijn gedood, die afgedaald zijn in de put en door stenen zijn bedekt; je bent verschopt als een kadaver. Jij wordt niet bij vorsten te ruste gelegd, want jij hebt je land verwoest en je volk vermoord. Het nageslacht van een schurk als jij zal voorgoed getekend zijn.’ 

Leid zijn kinderen naar de slachtbank om wat hun ouders hebben misdaan. Nooit meer zullen zij de wereld veroveren, noch de aarde bedekken met hun steden.  Want Ik zal me tegen hen keren – spreekt de HEER van de hemelse machten -, Ik zal Babel geheel vernietigen, uitroeien met wortel en tak – zo spreekt de HEER.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Jesaja 62:1-12 Vreugde over Jeruzalem
Jesaja 22:1-12 Jeruzalems misplaatste zelfvertrouw...
Jesaja 33:13-24 Bevrijding van Jeruzalem 2
Jesaja 59:11-21 In de ban van het kwaad 2
Jesaja 65:1-12 De HEER zal goed én kwaad vergelden...
Jesaja 63:11-19 De wraak van de HEER 2
Jesaja 6:1-13 Jesaja geroepen
Jesaja 57:12-21 2
Jesaja 47:8-15 Babel in het stof 2
Jesaja 19:16-25 De val van Egypte en zijn herstel ...
Jesaja 49:11-20 2
Jesaja 50:1-11
Jesaja 8:1-10 Onheil over een volk zonder vertrouw...
Jesaja 48:1-11 De dienaar van de HEER als bevrijde...
Jesaja 43:1-14 1
Jesaja 11:11-16 Vrede en gerechtigheid door de tel...
Jesaja 24:1-13 Oordeel over de Aarde 1
Jesaja 9:1-11 De opgeheven hand van de HEER 1
Jesaja 16:1-14
Jesaja 19:1-15 De val van Egypte en zijn herstel 1
Jesaja 36:12-22 Jeruzalem door Sanherib bedreigd 2
Jesaja 58:9-14 Vasten en sabbat 2
Jesaja 38:12-22 Hizkia's ziekte en genezing 2
Jesaja 66:12-24 Het oordeel van de HEER 2
Jesaja 37:28-38 3
Jesaja 46:1-13
Jesaja 65:13-25 De HEER zal goed én kwaad vergelde...
Jesaja 18:1-7 Profetie over Nubië
Jesaja 33:1-12 Bevrijding van Jeruzalem 1
Jesaja 10:1-12 1
Jesaja 51:12-23 Troost voor het volk: Jeruzalem vr...
Jesaja 60:1-11 Het nieuwe Jeruzalem 1
Jesaja 23:11-18 De ondergang van Tyrus en Sidon 2
Jesaja 44:1-13 1
Jesaja 14:1-10 1
Jesaja 37:1-13 1
Jesaja 2:10-22 De dag van de HEER 2
Jesaja 48:12-22 De dienaar van de HEER als bevrijd...
Jesaja 39:1-8
Jesaja 54:1-10 Eerherstel voor Jeruzalem, de bruid...
Jesaja 52:1-15
Jesaja 28:22-29 Oordeel over Jeruzalems slechte le...
Jesaja 45:14-25 2
Jesaja 35:1-10 Bevrijding en terugkeer
Jesaja 9:12-20 De opgeheven hand van de HEER 2
Jesaja 44:14-23 2
Jesaja 32:11-20 Vrede waar gerechtigheid heerst 2
Jesaja 53:1-12
Jesaja 28:13-21 Oordeel over Jeruzalems slechte le...
Jesaja 42:1-13 1
Jesaja 24:14-23 Oordeel over de Aarde 2
Jesaja 31:1-9 Alleen de HEER beschermt en bevrijdt
Jesaja 56:1-12 Redding ook voor buitenstaanders
Jesaja 37:14-27 2
Jesaja 13:1-11 De ondergang van Babylonië 1
Jesaja 47:1-7 Babel in het stof 1
Jesaja 42:14-25 2
Jesaja 2:1-9 De dag van de HEER 1
Jesaja 61:1-11 Profetie over de komende glorie
Jesaja 21:1-17 De val van Babel geopenbaard
Jesaja 41:1-14 Wie bepaalt de loop der dingen? 1
Jesaja 7:17-25 Het teken van Immanuel 2
Jesaja 55:1-13 Een nieuw verbond
Jesaja 30:12-22 Niet Egypte brengt bevrijding, maa...
Jesaja 44:24-28 3
Jesaja 40:16-31 Troost voor Jeruzalem 2
Jesaja 15:1-9 De ondergang van Moab
Jesaja 34:11-17 Oordeel over Edom 2
Jesaja 27:1-13
Jesaja 32:1-10 Vrede waar gerechtigheid heerst 1
0Shares