Toen Hij hun voeten gewassen had, deed Hij Zijn bovenkleed aan en ging weer naar Zijn plaats. ‘Begrijpen jullie wat Ik gedaan heb?’ vroeg Hij. ‘Jullie zeggen altijd “Meester” en “Heer” tegen Mij, en terecht, want dat ben Ik ook. Als Ik, jullie Heer en jullie Meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen. Ik heb een voorbeeld gegeven; wat Ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen. Waarachtig, Ik verzeker jullie:

een slaaf is niet meer dan zijn meester, en een afgezant niet meer dan wie hem zendt. Je zult gelukkig zijn als je dit niet alleen begrijpt, maar er ook naar handelt. Ik doel niet op jullie allemaal:

Ik weet wie Ik heb uitgekozen. Wat in de Schrift staat zal in vervulling gaan:

“Hij die at van Mijn brood heeft zich tegen Mij gekeerd.” Ik zeg het jullie nu al, voor het gaat gebeuren; wanneer het dan gebeurt, zullen jullie geloven dat Ik het ben. Ik verzeker jullie:

wie iemand ontvangt die door Mij gezonden is ontvangt Mij, en wie Mij ontvangt ontvangt Hem die Mij gezonden heeft.’

Nadat Hij dit gezegd had werd Jezus diepbedroefd, en Hij verklaarde:

‘Waarachtig, Ik verzeker jullie:

een van jullie zal Mij verraden.’ De leerlingen keken elkaar aan en vroegen zich af wie Hij bedoelde. Een van hen, de leerling van wie Jezus veel hield, lag naast Hem aan tafel aan, en Simon Petrus beduidde hem dat hij moest vragen wie Jezus bedoelde. Hij boog zich dicht naar Jezus toe en vroeg:

‘Wie, Heer?’ ‘Degene aan wie Ik het stuk brood geef dat Ik nu in de schaal doop, ‘zei Jezus. Hij doopte een stuk brood in de schaal en gaf het aan Judas, de zoon van Simon Iskariot. Op dat moment nam de duivel bezit van Judas. Jezus zei:

‘Doe maar meteen wat je van plan bent.’ Niemand aan tafel begreep waarom Hij dit zei; omdat Judas de kas beheerde, dachten sommigen dat Jezus bedoelde dat hij inkopen voor het feest moest doen, of dat hij iets aan de armen moest geven. Judas nam het brood aan en ging meteen weg. Het was nacht.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Johannes 20:1-10 Opstanding 1
Marcus 1:21-34 Een nieuwe leer met gezag 1
Lucas 9:51-62 Op weg naar Jeruzalem
Matteüs 9:18-26 Verschillende genezingen 1
Lucas 9:1-9 Uitzending van de twaalf 1
Johannes 11:32-44 Lazarus uit de dood opgewekt 3
Johannes 2:23-25-3:1-13 Gesprek met Nikodemus 1
Lucas 6:12-16 Aanstelling van de twaalf apostelen
Johannes 11:45-54 Lazarus uit de dood opgewekt 4
Lucas 8:30-39 Naar de overkant van het meer 2
Matteüs 21:18-22 Het teken van de vijgenboom
Lucas 4:20-30 Optreden van Jezus in Nazaret 2
Lucas 5:1-11 Simon Petrus, Jakobus en Johannes ger...
Lucas 5:12-16 Genezing van huidvraat
Lucas 20:20-26 Jezus in de tempel belaagd 3
Matteüs 23:1-13 Wee de schriftgeleerden en de Fari...
Lucas 18:31-43 Optreden in Jericho 1
Matteüs 15:21-28 Naar Tyrus en Sidon 1
Johannes 12:20-36 Jezus spreekt over Zijn dood
Marcus 12:28-34 Confrontatie met Farizeeën, Herodi...
Lucas 22:24-38 Het pesachmaal 3
Marcus 12:1-12 Confrontatie met hogepriesters, sch...
Johannes 4:43-54 Genezing in Kana
Lucas 22:66-71-23:1-7 Het verhoor 1
Lucas 24:13-27 Verschijningen en hemelvaart 1
Lucas 15:11-24 De zorg om wat verloren is 2
Matteüs 7:1-12 De Bergrede 6
Marcus 12:35-44 Onderricht in de tempel
Lucas 17:20-37 De komst van de Mensenzoon 1
Lucas 14:1-11 Een feestmaal op sabbat 1
Lucas 5:27-39 Jezus bij Levi
Marcus 11:12-25 De vijgenboom en de tempel
Marcus 10:13-22 Binnengaan in het koninkrijk van G...
Lucas 13:10-21 Genezing op sabbat
Marcus 4:35-41-5:1-12 Vijf confrontaties: geloof e...
Lucas 17:11-19 In het grensgebied van Samaria
Matteüs 23:29-39 Wee de schriftgeleerden en de Far...
Matteüs 17:1-13 Een stem uit de hemel
Matteüs 13:14-17 Gelijkenissen over het koninkrijk...
Lucas 24:36-53 Verschijningen en hemelvaart 3
Lucas 7:1-10 Genezing en dodenopwekking 1
Marcus 10:46-52 Op weg naar Jeruzalem 2
Johannes 2:13-22 Jezus in de tempel
Lucas 4:31-37 Optreden van Jezus in Kafarnaüm 1
Johannes 7:1-13 Jezus op het Loofhuttenfeest 1
Matteüs 12:38-42 Confrontatie met Farizeeën en sch...
Lucas 23:13-25 Het verhoor 3
Matteüs 24:32-51 De komst van de Mensenzoon 3
Matteüs 17:14-23 Gebrek aan geloof
Matteüs 13:44-52 Gelijkenissen over het koninkrijk...
Lucas 4:14-19 Optreden van Jezus in Nazaret 1
Marcus 14:63-72 Jezus verhoord en verloochend 2
Johannes 13:1-11 Jezus wast de voeten van de leerl...
Marcus 4:1-17 Gelijkenissen over het koninkrijk va...
Matteüs 6:19-34 De Bergrede 5
Marcus 7:14-23 Rein en onrein 2
Johannes 10:11-21 De goede Herder 2
Marcus 2:23-28-3:1-6 Jezus' gezag betwist 3
Matteüs 26:17-30 Het pesachmaal 1
Marcus 16:1-8 Het lege graf
Marcus 5:35-43-6:1-6 Vijf confrontaties: geloof en...
Matteüs 18:1-7 Onderricht aan Petrus en de leerlin...
Matteüs 15:1-9 Rein en onrein 1
Lucas 12:13-21 Onderricht aan de leerlingen en de ...
Johannes 9:1-12 Genezing van een blinde 1
Johannes 4:31-42 Gesprek met een Samaritaanse vrou...
Johannes 7:25-36 Jezus op het Loofhuttenfeest 3
Lucas 19:29-40 Intocht in Jeruzalem 1
Lucas 20:41-47-21:1-4 Onderricht in de tempel 2
Lucas 11:1-13 Het gebed
0Shares